Prachtige dame van rond de 50, zangeres, komt voor YoniTherapie. Vanwege haar “BV-schap” met de nodige discretie en met haar uitdrukkelijke toestemming: “Het was fantastisch, daar bij jou. Uw therapie/massage overtrof mijn stoutste dromen. Je hebt mijn yoni (en nog een paar delen van mijn lichaam) op de kaart gezet en dat had ik zo verschrikkelijk hard nodig. Nu voel ik mijn lichaam meer als één geheel en dat was daarvoor niet zo. De zon heeft geschenen op een plek waar het normaal nogal duister is en dat heeft gevolgen op de kijk op mezelf en mijn vrouw-zijn.
Heerlijk! Ik hoop dat dat gevoel gaat blijven. Wat voor mij wennen was, was de hoeveelheid tijd en de onverdeelde aandacht die er door een man aan mijn lichaam besteed werd. Is voordien nog nooit gebeurd. Zonder dat er grenzen overschreden werden. En ook sommige dingen die je zei, vond ik moeilijk om te aanhoren omdat ze zo juist en confronterend zijn en omdat ik het niet gewoon ben dat mensen dat soort dingen zeggen (en doen) zonder er iets voor terug te verlangen. Ik heb er een tijd laten overgaan voor ik de stap zette om naar jou te komen maar nu denk ik dat dat perfect was.
Ik was er gisteren zo helemaal klaar voor. Het was een wonderbaarlijke reis op en door mijn lichaam. Achteraf ging ik nog iets eten met een vriendin (ik had reuze honger 🙂 en vertelde haar mijn verhaal. Ze vond het prachtig. Maar dan ineens was ik heel moe, ik wilde alleen zijn en de dingen alleen verwerken. Ik heb thuis al verschillende keren in de spiegel gekeken omdat ik het gevoel heb dat er iets veranderd is en dat wil ik zien. Ik denk dat er een soort trots bijgekomen is, een soort trots die niets te maken heeft met ijdelheid. Uw werk is ongelooflijk belangrijk, dat voel ik. Ik weet dat de dingen die je deed en ook zei nog lang bij me zullen nawerken.
Ik weet niet of en wanneer ik terugkom. Momenteel ben ik zo voldaan dat ik daar niet wil aan denken. We zien wel. Ga er in ieder geval over praten met andere vrouwen en misschien zie je die op een dag ook verschijnen. Dank je wel, Bernard, en héél veel liefs!’)